.Algemeen
We zijn een familieclub met ambitie!
(een interview voor clubblad Scoop met bestuursleden Roelof Hol en Bas Pietersen - sep 2017)
Roomburg is één van de grootste sportverenigingen in Leiden en heeft een plek in de Nederlandse top 20 van grootste hockeyverenigingen. We hebben 95 teams, waarvan 65 jeugdteams. Een grote schare vrijwilligers (meer dan 100 leden, ouders, fans en vrienden) zet zich in voor de club. Roelof Hol is voorzitter van het bestuur. Bas Pietersen is bestuurslid HockeyPlan 2020. Samen willen zij de club naar een hoger plan tillen.
Met zijn grote witte snor is Roelof Hol een vertrouwd gezicht op de club. Zelf begonnen als veteraan op Roomburg in de jaren ’90, is hij sinds 2008 voorzitter van het bestuur. "Daar rol je vanzelf in. Eerst deed ik de jeugdcommissie. Na een paar jaar werd ik gevraagd als voorzitter.” Hij zag de club met de jaren groeien: van zo’n 600 leden in 1996 naar meer dan 1300 leden anno nu.
Bas Pietersen is ook vaak op de club te vinden. En evenmin snel over het hoofd te zien, met zijn lengte van bijna twee meter. Hij kwam voor het eerst op Roomburg in 2010, toen zoon Guus op hockey ging. "Dan word je aangesproken om als ouder iets te doen voor de club. Want zo’n sportvereniging draait op vrijwilligers. Ik ben toen gestart als lijnco van de meisjes F.”
Geschiedenis
Als historicus in hart en nieren weet Roelof veel van de geschiedenis van Roomburg. Bijvoorbeeld dat de club in 1971 ontstond uit een fusie tussen twee clubs: Zuidwijck uit 1935 en het katholieke SISEO (Sportief in Spel en Omgang) uit 1944, ooit begonnen als club voor alleen vrouwen.
Vanaf 1956 speelden ze op twee velden op het huidige complex. De fusie in 1971 tot de LHC Roomburg verliep, ondanks culturele verschillen, eigenlijk heel soepel. Er lopen nog steeds nazaten uit die tijd rond.
Financiën
Roelof: "Toen ik aantrad als voorzitter zat het met de sfeer wel goed, maar niet met de financiën. Ik heb mezelf ten doel gesteld om eerst de geldzaken op orde te krijgen. Want pas als de basis op orde is kun je als club vooruit en verder professionaliseren.
De bar bijvoorbeeld, die was niet winstgevend. Het is wel eens voorgekomen dat Heren 3 bardienst had op een woensdagavond, en niet kwam opdagen. Stond er 85 man voor een gesloten deur. Weg inkomsten. Inmiddels is onze bar met twee betaalde krachten een mooie bron van inkomsten voor de club. Niet in het minst door het al jaren bestaande PIMS-toernooi met Pinksteren.”
Structuur en planning
Roelof: "We deden lange tijd al het werk met een klein clubje mensen; iedereen had meerdere petten op. Het was lastig om vrijwilligers te vinden; helpen op de club werd toch snel als corvee gezien. Het aantal jongste jeugdleden groeide fors en toch was het elk seizoen alsof we het wiel opnieuw moesten uitvinden.”
Bas: "Dat viel mij ook op toen ik als lijnco startte. Aan enthousiasme en gedrevenheid van de groep vrijwilligers geen gebrek. Maar er was weinig informatie over wat er van mij als lijnco verwacht werd, er vond geen overdracht plaats, kortom, er was nog weinig structuur. Er was geen collectief geheugen. Daar lagen mooie kansen voor verbetering.”
Uitzicht op groei
Roelof: "De gemeente wil dat sportaccommodaties vermaatschappelijken. Roomburg vervult een spilfunctie binnen de wijk voor veel gezinnen. De spelers willen uitzicht op groei. Kortom, de tijd was rijp om in actie te komen en de ambities en de organisatiestructuur aan te pakken.
Het bestuur heeft daarom groen licht gegeven voor het HockeyPlan 2020, het plan dat Bas inmiddels met een groeiend aantal betrokken leden en ouders aan het uitwerken is.”
Cultuur
Bas: "We willen een kwaliteitsslag op vier onderdelen: het vaststellen van onze cultuur (ons DNA), de accommodatie, het technisch meerjarenplan en de structuur. We zijn begonnen met het vaststellen van ons DNA: wie zijn we als vereniging, waar komen we vandaag, en wat is onze gezamenlijke ambitie?”
Roelof: "Ons DNA, ja! Roomburg is altijd een gezellige club geweest, dat verschil merk je pas goed als je uit hebt gespeeld.”
Bas: "Dat klopt. We hebben dan ook vastgesteld dat dit is wat we zijn: een familieclub, niet kakkineus maar divers. We zijn als familieclub wel degelijk prestatiegericht: het blijft immers leuk om met z’n allen naar een goede pot hockey te kunnen kijken.
Organisatie
Roelof: "Het vinden van gemotiveerde trainers was altijd een probleem. Maar ook voor bestuursfuncties is het vaak lang zoeken. Mensen hebben gewoon minder tijd beschikbaar, juist voor dat soort activiteiten.”
Bas: "Met het opzetten van het Technisch Hart zijn we daarmee aan de slag gegaan. De Roomburg Hockeyschool (RHS) begeleidde al trainers uit de C en D-lijnen om de jongste jeugd te trainen.
Vanaf dit seizoen zijn we trainers uit de AB-lijn gaan begeleiden om aan de CDlijnen training te geven. Voor de komende periode werken we aan de trainingen van de AB-junioren. We bouwen verder met de inzet van professionals en de verdere uitrol van een spelersvolgsysteem. Door de lijnorganisatie steviger neer te zetten moet ook de organisatie, de planning en de communicatie verder verbeteren. We zijn er nog niet maar er wordt hard gewerkt en we zetten flinke stappen.”
Accommodatie
Roelof: "In 1996 is er één veld verkocht door de gemeente aan woningbouw, om als tegenprestatie kunstgras en verlichting te bekostigen. Met kunstgras waren we toen ontzettend blij, want het was vaak baggeren in dat gras waardoor wedstrijden moesten worden afgelast.”
Bas: "Haha, nu kun je je dat bijna niet meer voorstellen, dat er een veld van de hand wordt gedaan! Ons ledenbestand blijft alsmaar groeien, dat verwacht ook de KNHB. We hebben echt behoefte aan een vierde veld om de trainingen optimaal te kunnen laten verlopen. En straks aan een vijfde veld voor de nieuwe leden die we nu ieder jaar teleur moeten stellen. We vinden dat Roomburg een onderdeel is van de wijk en willen dat ook blijven. Daarom hebben we de gemeente gevraagd te onderzoeken of we op deze locatie kunnen blijven en uitbreiden. Als onderdeel van een brede gebiedsontwikkeling, waarbij we ook willen kijken naar alle andere functies die dit park vervult en kan vervullen voor de omgeving.”
Meest trots op
Roelof: "Dat de sfeer op de club nog steeds goed is.”
Bas: "Nou doe je jezelf tekort! Je hebt er met Christiaan voor gezorgd dat de basis weer op orde is, dat de club financieel gezond is. Daardoor is het nu mogelijk om verder te professionaliseren. Ikzelf ben het meest trots op het feit dat we erin geslaagd zijn om het vrijwilligerspotentieel aan te boren. Je kan dit nooit alleen doen. Het vinden van mensen die willen meehelpen is geen probleem meer. Mensen leveren graag een structurele bijdrage aan het beter laten draaien van onze club. Er is daarmee meer continuïteit. Het nieuwe elan, zeg maar.”
Wat zou je tegen de leden willen zeggen?
Roelof: "Er ligt een gouden toekomst voor Roomburg in het verschiet. Iedereen kan daar aan bijdragen. Help daaraan mee.”
Bas: "Daar sluit ik me bij aan. Er wordt hard gewerkt aan het goed laten draaien van de club en alle verbeteringen. Vrijwilligers doen dat in hun eigen vrije tijd met de ambitie om een zo goed mogelijke bijdrage te leveren. Daarvoor verdienen ze van iedereen de waardering en support. Dat nog niet alles vlekkeloos verloopt en dat er nog steeds verbetering mogelijk is, is ook duidelijk, dat hoort nu eenmaal bij verandering.”