.Geschiedenis

Hockeyhistorie
Al uit het Egypte van 4000 jaar geleden kennen we afbeeldingen van een sport met een soort hockeystick. Het moderne hockey ontwikkelde zich halverwege de 18de eeuw in Engeland, vooral op scholen. De eerste Olympische wedstrijd voor mannen speelde zich af in 1908 tussen Engeland, Schotland en Ierland. Maar het zou tot 1924 duren voordat hockey internationale erkenning kreeg door de oprichting van de Federation International de Hockey, in 1927 kwam daar de internationale vrouwenbond bij. Beide bonden zijn in 1982 gefuseerd in de Internationale Hockey Federatie.

In Nederland werd op 8 oktober 1898 in hotel Krasnapolsky in Amsterdam de Nederlandse Hockey- en Bandyclub opgericht (Bandy: balspel op het ijs, iets tussen voetbal en hockey in). Vijf verenigingen met vijf elftallen vormde de eerste hockeycompetitie en in 1919 waren er al 28 verenigingen aangesloten. Het Olympisch succes van de Nederlandse heren in 1928 zorgde voor een opleving; in 1932 startte de jeugdcompetitie.

Na 40 jaar kreeg de NHBB het predicaat Koninklijk en werd de naam gewijzigd in Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (1938). In1946 telde de KNHB 15.000 leden. De grote doorbraak kwam in de jaren zeventig. In 1973 na het behalen van de wereldtitel door de heren nam het aantal leden met 5.000 toe. Er kwam een hoofdklasse, de eerste kunstgrasvelden verschenen (1976: Kampong) en in 1980 werd de magische ledengrens van 100.000 overschreden. In 2002 vierde de KNHB haar 155.000ste lid.

Van Romeinen naar Roomburg
De enige Leidse hockeyclub, LHC Roomburg, is in 1971 ontstaan door een fusie van de hockeyverenigingen Zuidwijck en SISEO.

De MHC Zuidwijck is opgericht op 25 juli 1935. Het spelveld was een voetbalveld, gelegen bij het landgoed Zuidwijck onder Wassenaar, naast de trambaan Leiden-Den Haag. Door de oorlogssituatie moest Zuidwijck verhuizen en men trok naar de Leidse Hout. Het aantal leden groeide en de club kende de nodige sportieve successen; in 1952 promoveerde Heren 1 naar de Promotieklasse! In 1956 kwam er een einde aan de Leids Hout-periode door de verhuizing naar het complex aan de Van Vollenhovekade.

Het rooms-katholieke SISEO (Sportief in spel en ontspanning) werd op 15 juni 1944 opgericht als damesvereniging. Hun eerste jaren brachten zij door op een weiland aan de Herensingel in Leiden. Na de oorlog kwam er een herenafdeling bij, het ledenaantal nam toe en men verhuisde naar een terrein aan de Boshuizerkade.

De gemeente Leiden maakt ten tijde van de wederopbouw ook ruimte voor sportcomplexen. Zo ontstond in 1954 het complex aan de Van Vollenhovekade, op historisch terrein vlakbij de Romeinse vesting Matilo (aan de overkant van het kanaal). In de middeleeuwen vinden we in deze buurt ook een klooster en een kasteel.

Het complex heeft een clubhuis met kleedkamers die voorzien waren van warmwaterdouches, voor die tijd zeer luxueus. Een van de drie velden werd toegewezen aan SISEO, in 1956 kreeg Zuidwijck het tweede veld en op het derde veld speelde nog een tijdje de handbalvereniging Saturnus. Verder maakte ook een een cricketvereniging uit Oegstgeest een tijdje gebruik van het complex.

Fusie en daarna
SISEO was een van oorsprong rooms-katholieke sportvereniging: dit betekende onder ander dat er op zondag pas na 12.00 uur mocht worden gespeeld. Dit leidde tot veelal ingewikkelde wedstrijdschema’s en zelfs ledenstops.

Van gemeentelijke zijde werd al in 1959 aangedrongen op een fusie tussen beide hockeyverenigingen, maar de tijd was er toen nog niet rijp voor.
In 1971 waagde men een nieuwe poging: op 12 februari vergadert Zuidwijck op de bovenverdieping van het Leonardushuis en SISEO op de begane grond. Na een bij tijd en wijle verhit debat stemt een grote meerderheid van de leden van SISEO vóór de fusie. (Van Zuidwijck zijn helaas de notulen verloren gegaan.).
Er kwam een aparte gemengde commissie om eventuele fusiepijn te behandelen, maar die hoefde nauwelijks in actie te komen. Ook de naam leverde geen problemen op: het werd LHC Roomburg. Het tenue werd een soort mix van de Zuidwijckse oranje blouse en het blauw van broek en rok van SISEO, vervolmaakt door blauwe kousen (dat was nieuw). Het logo voor het shirt werd ontworpen door Willy Pleij (SISEO).

De voordelen van de fusie bestonden niet alleen uit het stijgende aantal leden en het in eigen beheer nemen van de ‘cantine’ (1972), maar ook -en vooral- de mogelijkheid om nu bij de gemeente aan te kloppen voor kunstgrasvelden. Hoewel één en ander niet zonder slag of stoot ging (de polarisatie in de gemeentepolitiek in de jaren tachtig strekte zich ook uit tot dit soort vragen) kreeg Roomburg in 1983 zijn eerste kunstgrasveld, in 1993 gevolgd door de volgende twee velden. In 2002 kreeg het laatste veld kunstlicht, zodat voorzien kon worden in de groeiende behoefte aan trainingscapaciteit.

Roomburg anno nu
In 2002 kwam het nieuwe clubhuis gereed. Daarmee is de professionalisering van de club weer een stap verder gekomen, niet in het minst doordat het clubhuis multifunctioneel is: naast een naschoolse opvang maakt ook de Leidse Welzijnsorganisatie gebruik van het clubhuis. Voor deze aanpak ontving het bestuur van Roomburg in 2002 van de KNHB een prestigieuze prijs. De veldcapaciteit is te krap: momenteel kunnen we niet alle teams op eigen terrein laten trainen, niet iedereen die wil hockeyen ook daadwerkelijk aannemen en moeten we voor thuiswedstrijden veldruimte inhuren bij andere verenigingen.

Want met meer dan 1.300 leden en ruim honderd vrijwilligers is LHC Roomburg thans de grootste Leidse sportvereniging. Er zijn 28 (jong) senioren- en veteranenteams, die tezamen ongeveer 35% van de leden beslaan. Bij de junioren doen 36 elftallen, 7 achttallen en 17 zestallen mee aan de competitie; hierbij komen nog ongeveer 110 Benjamins en Funkeys (tot 7 jaar).

Om alles geregeld te krijgen is een (altijd te) kleine groep vrijwilligers nauw bij de vereniging betrokken. Voor de verschillende activiteiten zijn afzonderlijke commissies in het leven geroepen. Met al die energie en dat groeiende ledenaantal is het natuurlijk niet onverklaarbaar dat LHC Roomburg momenteel in de Nederlandse Top 20 van grootste hockeyverenigingen verkeert. En het is er ook nog gezellig.

Archiefcommissie
Het archief van LHC Roomburg van 1971 tot 1996 en dat van SISEO van 1944 tot 1971 (dat van Zuidwijck is helaas verloren gegaan), berust bij het gemeentearchief Leiden aan de Boisotkade. Van het archief is een inventaris opgesteld.
Geïnteresseerden kunnen het archief daar raadplegen; voor stukken jonger dan 10 jaar is schriftelijke toestemming nodig van de secretaris.

De tijdschriften van beide genoemde verenigingen zijn volledig bewaard gebleven. Voor de commissies is een bewaarlijst opgesteld.

Voor aanvullingen op het archief kan contact worden opgenomen met de Archiefcommissie.

Tot slot
Momenteel wordt gewerkt aan het project Geschiedschrijving LHC Roomburg door Roelof Hol, Juun Arens en Hette Quispel. Het deel t/m de fusie in 1971 wordt binnenkort afgerond.